Vanochtend heb ik een opdracht terug gegeven. Dat gebeurt niet vaak. Ik kan me de laatste keer niet eens herinneren. 


Het was fun in het begin. Het was een geweldige opdracht. Ik had er zin in!
Ik was me ook gewaar dat er iets niet klopte. En toch bleef ik me in allerlei bochten wringen om het te laten werken. 


Begin dit jaar heb ik de intentie gesteld om mezelf te eren, om goed voor mezelf te zorgen. Dit was niet erend voor mezelf. 


Het legt een oud patroon bloot. Ik zie nu waar ik mijn hele leven niet heb willen opgeven en iets wil laten werken wat niet werkt en hoe hard werken dat is. 

Een patroon van ‘ik geef nooit op’. 

Een patroon van: ik heb ‘ja’ gezegd en dus ben ik hier loyaal aan.
Een patroon van mezelf verkeerd maken, bewijzen dat ik niet verkeerd ben, dat ik geen oplichter ben, dat ik het goed bedoel. 

Een patroon van: Ik heb geen andere keuze.



Ik zag de keuze nu wel. Ik zag wat ik aan het doen was. Ik zag wat ik mezelf  aandeed door maar door te gaan. Ik zag hoe ik mezelf martelde. 


Ik kies nu iets anders. Ik heb ‘nee’ gezegd! 
Het geeft ruimte.
Er mag iets nieuws ontstaan. 


Wat is er nu nog meer mogelijk?

Ben geen martelaar voor jezelf.